Duurzaam bouwen
Sinds de jaren ’70 is het vanzelfsprekend, voor een deel
van de bevolking, dat de achteruitgang van het natuurlijke milieu en de
klimaatveranderingen die we momenteel kennen, verband houden met menselijke
activiteiten.
De eerste top van de Verenigde Naties over mens en milieu vond
plaats in 1972 in Stockholm. Uit dit tijdperk dateert de instelling van
de meeste ministeries van Leefmilieu. De Noorse eerste minister, mevrouw
Brundtland, stelde een essentieel verslag voor waarin de notie duurzame
ontwikkeling voor het eerst werd gebruikt. Volgens haar definitie is “duurzame
ontwikkeling een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige
generatie zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in gevaar
te brengen”
Het concept duurzame ontwikkeling steunt op 3 principes :
- er moet worden gekeken naar de hele levenscyclus van de materialen
;
- het gebruik van hernieuwbare grondstoffen en hernieuwbare
energie moet worden ontwikkeld ;
- de hoeveelheid grondstoffen en energie die wordt gebruikt
bij de ontginning van de natuurlijke rijkdommen, de exploitatie van de
producten en de vernietiging of de recyclage van de afvalstoffen moet
worden verminderd.
Duurzaam bouwen, zoals Green Immo het ziet, steunt uiteraard
op deze principes, maar gaat verder dan de duurzaamheid van het gebouw alleen.
Een duurzame woning kan pas duurzaam worden genoemd indien de bewoners ook
een zekere levenskwaliteit kunnen genieten. Daarom wil Green Immo dit concept
duurzaamheid invoeren met oog voor de verschillende aspecten ervan :
- stedenbouwkundige en architecturale keuzes: de gebouwen die
Green Immo wil bouwen, zijn geïntegreerd in het stedelijke landschap
en combineren ecologie, comfort, gebruiksvriendelijkheid en moderniteit.
Hun ligging moet de gebruiksvriendelijkheid en de “zachte”
mobiliteit bevorderen (nabijheid van openbaar vervoer, fietsenstallingen,
contacten tussen bewoners zonder de privacy uit het oog te verliezen,
…) ;
- naleving van strenge energieprestatiecriteria: Green Immo
stelt nulenergie voorop, wat betekent dat alle primaire (fossiele) energie
die het gebouw verbruikt, wordt gecompenseerd door de productie van hernieuwbare
energie door het gebouw. De doelstelling van nulenergie kan worden bereikt
door passiefgebouwen op te trekken, door de invoering van warmtekrachtkoppeling
op basis van biomassa en door de plaatsing van fotovoltaïsche panelen
in het geval van nieuwe gebouwen. Indien de passiefnorm bij renovaties
niet kan worden gehaald om technische redenen, moet zo goed mogelijk worden
geïsoleerd ;
- gebruik van duurzame materialen: bij voorkeur materialen
met een lage kostprijs voor grijze stroom (de energie die nodig is voor
de fabricage, het transport), gelabeld hout, recycleerbare isolatiematerialen,
niet-vervuilende en niet-giftige verf, zowel voor het milieu als voor
de mens, zonder formaldehyde ;
- keuze van energiezuinige uitrustingen (verlichting van gemeenschappelijke
ruimten, elektrische huishoudtoestellen) ;
- waterbeheer: regenwatertank voor de schoonmaak van de gemeenschappelijke
ruimten en het gieten van de groene ruimten, plaatsing van zuinige kranen
die hetzelfde comfort leveren, groene daken ;
- bijdragen aan de biodiversiteit door groene daken en groene
gevels aan te leggen.